Groepenkasten

De meest bekende norm voor installateurs is NEN 1010, met als titel “Elektrische installaties voor laag-spanning” . Vaak is onduidelijk welke NEN 1010 er gebruikt mag worden. Momenteel wordt nog relatief veel met NEN 1010:2015 gewerkt omdat er gedacht wordt dat NEN 1010:2020 nog niet is aangewezen door de overheid. Dit is echter een misvatting. Een nieuwe norm mag nooit een lager veiligheidsniveau hebben dan de vorige norm, dus deze kan veilig worden toegepast. Daarnaast wordt nooit de gehele norm door de overheid aangewezen. Vaak bepaald de opdrachtgever of een verzekeraar welke norm gebruikt moet worden. Het toepassen van de norm is geen wetmatigheid. Wel helpt de norm om te voldoen aan bijvoorbeeld de EU-laagspanningsrichtlijn, waardoor niet elke installateur zelf het wiel hoeft uit te vinden. Het toepassen van deze norm wordt dus overwegend privaatrechtelijk geregeld.

Aangezien NEN 1010 steeds vaker doelbepalingen bevat in plaats van concrete bepalingen, moet de installateur veel vaker zelf nadenken over de mogelijkheden. Veelal moet er een risico-inventarisatie worden gemaakt om te komen tot de juiste oplossing. In NEN 1010 wordt tevens verwezen naar een groot aantal productnormen waaronder de NEN-EN-IEC 61439 en de NEN-EN-IEC 60670. De meeste installateurs zijn echter niet in het bezit van deze normen terwijl ze wel verantwoordelijk worden gehouden voor de toepassingen uit deze normen. 

NEN 1010 gaat voornamelijk over alles buiten de installatiekast. Het aanpassen van deze verdeler is een ander verhaal. De oorspronkelijke fabrikant bouwt deze volgens de daarvoor geldende normen reeks NEN-EN-IEC 61439. Indien er een wijziging in die verdeler wordt aangebracht dient dit ook volgens NEN-EN-IEC 61439 te gebeuren. Diegene die de wijziging aanbrengt is dus direct verantwoordelijk voor de verdeler geworden, en dus aansprakelijk indien hier de normen niet juist zijn toegepast. De installateur wordt hiermee formeel de fabrikant van de verdeler.

OPMERKING Indien de fabrikant van de schakelinrichting een wijziging uitvoert aan het ontwerp van de oorspronkelijke fabrikant, neemt de fabrikant van de schakelinrichting de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijke fabrikant voor die wijziging aan het ontwerp op zich en is hij verantwoordelijk voor het uitvoeren van de inspectie door de oorspronkelijke fabrikant.

Bron: NEN-EN-IEC 61439-1

NEN-EN-IEC 61439-1 bevat de algemene normen voor laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen. De NEN-EN-IEC 61439-3 bevat de specifieke normen voor  laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen voor gebruik door leken. Dit betreft de groepenkasten in woningen.

Steeds vaker worden er schakel- en verdeelinrichtingen gebouwd op basis van lege behuizingen. Indien hiervan wordt uitgegaan geldt de NEN-EN-IEC 60670 reeks. Deel 60670-24 gaat in het bijzonder over behuizingen voor gebruik door leken, zoals in woningen. Deze norm geeft uitstekende informatie over hoe de warmtehuishouding in een verdeler berekent kan worden. Met uitgebreide voorbeelden wordt uitgelegd hoe je de warmtehuishouding in een verdeler kunt berekenen. Iets wat elke fabrikant zou moeten hanteren. Klanten worden vaak misleidt door opmerkingen als “Voorzien van Kema-keur componenten”, zonder dat de normen voor samenbouw zijn gehanteerd.

Bij de aanschaf van een groepenkast is het belangrijk om te weten of er een 1-fase of een 3-fase groepenkast in de woning of bedrijfspand moet komen. De verschillende toepassingen:

• Een éénfase groepenkast is geschikt voor installaties met een éénfase-aansluiting, zoals die in de meeste Nederlandse woningen te vinden is. Dit type groepenkast is prima geschikt voor standaard elektrische voorzieningen, zoals verlichting, keukenapparatuur en huishoudelijke apparaten. Ook in kleine bedrijfspanden met een beperkte stroomvraag voldoet deze oplossing meestal.
• Bij grotere installaties of als er veel (zwaardere) elektrische apparatuur aanwezig is, komt een driefase-aansluiting in beeld – en dus ook een driefase groepenkast. Denk aan grotere woningen met bijvoorbeeld elektrische kookplaten, laadpalen of warmtepompen, maar ook aan commerciële en industriële panden. De belasting wordt dan verdeeld over drie fasen, wat zorgt voor een stabielere en krachtigere stroomvoorziening.

Een passende groepenkast kiezen begint dus bij het goed in kaart brengen van de elektrische behoefte van het pand. Daarmee leg je een betrouwbare basis voor de hele installatie.

Het samenstellen van een groepenkast is een belangrijk onderdeel van het ontwerp van elke elektrische installatie. In deze fase kies je de juiste componenten – zoals installatieautomaten, aardlekschakelaars en zekeringen – waarmee je de stroom veilig en doordacht verdeelt over de verschillende groepen in een gebouw. Alles draait om maatwerk: afgestemd op de specifieke situatie, het gebruik van de ruimte én de geldende veiligheidsnormen. Een goed samengestelde groepenkast vormt dan ook de basis voor een stabiele en veilige stroomvoorziening.

Bij Technische Unie vindt u een groot assortiment aan groepenkast componenten. Zo vindt u groepenkasten van onder andere merken als Hager, ABB en Eaton. Naast groepenkast componenten om zelf een groepenkast samen te stellen vindt u bij Technische Unie ook geassembleerde groepenkasten. Heeft u een vraag? Onze specialisten helpen u graag verder.